2.1. [[C B.V.] ] en [eiseres] zullen aan [ [D B.V.] ] over het voorschotbedrag een rente vergoeden van 0,35% per maand. Deze rente is door [ [C B.V.] ] en [eiseres] verschuldigd vanaf het moment dat [ [D B.V.] ] het voorschotbedrag heeft bijgeschreven op de kwaliteitsrekening van de notaris tot het moment van de levering aan [ [D B.V.] ] van het verkochte (…).”
6. Op 11 juli 2008 heeft eiseres € 3.000.000 ontvangen van [E B.V.] , onderdeel van de [E groep] waartoe ook [D B.V.] behoort.
7. [4 personen] (hierna allen tezamen: de familie [F] ) hebben aan eiseres bij twee overeenkomsten van 8 september 2008 verkocht kort gezegd een perceel cultuurgrond gelegen aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] , kadastraal bekend gemeente [plaatsnaam] sectie I nummer 383 , respectievelijk een perceel cultuurgrond gelegen aan de [straatnaam] te [plaatsnaam] , kadastraal bekend gemeente [plaatsnaam] sectie I nummers [*] en [*] (tezamen: de [F-gronden] ), voor € 1.319.600 respectievelijk € 1.487.720. In beide overeenkomsten is opgenomen dat eiseres bevoegd is haar rechtsverhouding tot verkoper “aan (een) door [haar] aan te wijzen derde(n) over te dragen, als bedoeld in artikel 6:159 van het Burgerlijk Wetboek. Indien [eiseres] gebruik maakt van bovenbedoelde contractsoverneming blijft [z]ij hoofdelijk aansprakelijk voor de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen ten opzichte van de verkoper.” De beide koopovereenkomsten zijn ingeschreven bij het Kadaster.
8. Eiseres is bij overeenkomst van 1 oktober 2008 met [G B.V.] , [H B.V.] en [E B.V.] ten aanzien van de [F-gronden] het volgende overeengekomen:
7. [ Eiseres] is (…) bevoegd om zijn rechtsverhouding tot de heer P.J.M. [F] aan (een) door hem aan te wijzen derde(n) over te dragen, als bedoeld in artikel 159 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. (…)
8. De koper [ [E B.V.] ] heeft aan [eiseres] te kennen gegeven dat zij [de [F-gronden] ] graag wenst te verwerven en op die grond bereid is de contractpositie dan wel de rechtsverhouding van [eiseres] uit hoofde van [de koopcontracten van 8 september 2008] over te nemen door zich te laten aanwijzen als nader te noemen meester in de akte(n) van levering of door deze rechtsverhouding over te nemen.
9. De koper heeft te kennen gegeven om als tegenprestatie voor het aanwijzen van de koper als nader te noemen meester door [eiseres] in de akte(n) tot levering, waarvan de koopcontracten de titels zullen zijn, of voor de overdracht van voormelde rechtsverhouding van [eiseres] uit hoofde van voormelde koopcontracten aan de koper, [eiseres] daarvoor (…) te vergoeden.
(…)
11. [ Eiseres] heeft met betrekking tot [de [F-gronden] ] een overeenkomst met [G B.V.] en [ [H B.V.] ] omtrent de winstverdeling bij verkoop en levering van [de [F-gronden] ], welke winstverdeling als volgt luidt:
bij verkoop en levering door [eiseres] (…) zal de netto-winst (..) voor de volgende aandelen aan de volgende partijen (…) toekomen:
a. [eiseres] voor vijf en veertig procent (45%)
b. [G B.V.] voor vijf en veertig procent (45%).
c. [ [H B.V.] ] voor tien procent (10 %).
2. [ Eiseres] draagt bij deze haar rechtsverhouding met de heer P.J.M. [F] uit hoofde van de koopcontracten over aan de koper onder de hierna te melden voorwaarden, die deze rechtsverhouding bij deze aanvaardt, op de wijze als bedoeld in artikel 6:159 Burgerlijk Wetboek (…). Mitsdien heeft koper ten gevolge van de voormelde contractsovername het recht op levering van [de [F-gronden] ] uit hoofde van de koopcontracten verkregen.
3. [ Eiseres] is krachtens (…) de koopcontracten bevoegd om zijn rechtsverhouding met de heer P.J.M. [F] aan (een) door hem aan te wijzen derde(n) over te dragen, als bedoeld in artikel 159 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. [Eiseres] blijft wel hoofdelijk aansprakelijk voor de uit de koopcontracten voortvloeiende verplichtingen ten opzichte van de heer P.J.M. [F] . Mitsdien vrijwaart de koper bij dezen [eiseres] voor aansprakelijk, claims en schade, die de heer [F] jegens [eiseres] zou kunnen doen laten gelden uit hoofde van de voormelde koopcontracten, hetgeen bij dezen door [eiseres] wordt aanvaard.
(…)
5. De koper zal op de leveringsdatum van [de [F-gronden] ] (…) aan eiseres vergoeden.
1. Eiseres] geeft hierbij toestemming on onherroepelijke volmacht aan de notaris om de vergoeding (…). conform de percentages in de overeenkomst van winstverdeling, zoals vermeld in (…) de inleiding van de onderhavige akte, over te maken aan [eiseres], [G B.V.] en [ [H B.V.] ]. [G B.V.] en [ [H B.V.] ] verklaren hierbij daarmee akkoord te gaan.”
9. Bij akten van levering van 19 december 2008 hebben P.J.M. [F] en J. [F] de [F-gronden] geleverd aan [E groep] [1 B.V.] [I Beheer B.V.] en [J. Vastgoedontwikkeling B.V.] Volgens de akten kocht eiseres de [F-gronden] van P.J.M. [F] en J. [F] , heeft zij als nader te noemen meester voor de aankoop aangewezen [E B.V.] en heeft [E B.V.] de drie genoemde B.V.’s tezamen als koper van de [F-gronden] aangewezen.
10. Verweerder heeft een boekenonderzoek ingesteld naar onder meer de omzetbelastingheffing over 2008 bij eiseres. Hiervan is een rapport opgesteld met dagtekening 26 september 2013 (hierna: het rapport). Volgens het rapport is met betrekking tot het [A-terrein] op 11 juli 2008 een voorschot ad € 3.000.000 ontvangen van [E B.V.] , onderdeel van de [E groep] waartoe ook [D B.V.] behoort. Er is geen factuur bekend. Aangezien de levering belast is met omzetbelasting had over het voorschot omzetbelasting in rekening moeten worden gebracht en afgedragen. De verschuldigde omzetbelasting bedraagt € 478.992. Er is geen sprake van de overdracht van een algemeenheid van goederen, aldus staat in het rapport. Volgens het rapport is met betrekking tot de [F-gronden] de vergoeding aan eiseres schuldig gebleven en is de daardoor ontstane geldlening in april 2009 afbetaald. In de jaarrekening van eiseres over 2008 is zowel de bate als de vordering niet opgenomen. Eiseres verkoopt het recht op levering aan [E B.V.] door deze op grond van artikel 6:159 van het BW als meester te noemen. Er is geen sprake van een ABC-levering. Er is sprake van een voor de omzetbelasting belaste dienst voor een vergoeding inclusief omzetbelasting van € 2.807.320. De vrijstelling is niet van toepassing. De verschuldigde omzetbelasting over de [F-gronden] bedraag € 448.227, aldus het rapport.
11. De in geschil zijnde naheffingsaanslag en rentebeschikking met dagtekening 26 oktober 2013 hebben betrekking op de hiervoor genoemde correcties ter zake van de [F-gronden] en het [A-terrein] . De gemachtigde heeft bezwaar gemaakt. Daarbij is uitstel van betaling gevraagd. Ingevolge een brief van 2 juni 2016 van de ontvanger van de Belastingdienst aan eiseres is het uitstel van betaling komen te vervallen.”