ECLI:NL:HR:2013:CA2222
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- D.G. van Vliet
- C.B. Bavinck
- E.N. Punt
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Bouwterrein en vrijstelling overdrachtsbelasting bij verkrijging onroerende zaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure van Woningstichting Maasdriel tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft de vraag of de verkrijging van een terrein met het oog op nieuwbouw onder de vrijstelling van overdrachtsbelasting valt. De Hoge Raad heeft de eerdere uitspraak van het Hof vernietigd en geoordeeld dat de verkrijging van het perceel, dat bestemd was voor nieuwbouw, vrijgesteld is van overdrachtsbelasting omdat er omzetbelasting verschuldigd was. Dit arrest volgt op een prejudiciële vraag die door de Hoge Raad aan het Hof van Justitie van de Europese Unie was gesteld, waarin werd verduidelijkt dat een terrein als bouwterrein kan worden aangemerkt indien uit een beoordeling van alle omstandigheden blijkt dat het terrein daadwerkelijk bestemd was om te worden bebouwd. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat belanghebbende de intentie had om het perceel te gebruiken voor nieuwbouw en dat de verkoper zorg zou dragen voor de sloop van het bestaande gebouw. Hierdoor is het perceel aangemerkt als bouwterrein in de zin van de relevante belastingwetgeving. De Hoge Raad heeft de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de kosten van het geding en heeft de griffierechten aan belanghebbende vergoed.