ECLI:NL:GHAMS:2019:2131
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en de verplichtingen van Dexia ten aanzien van leaseovereenkomsten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere cliënt, aangeduid als [geïntimeerde]. Dexia had in eerste aanleg een verklaring voor recht gevorderd dat zij aan al haar verplichtingen jegens [geïntimeerde] had voldaan met betrekking tot twee leaseovereenkomsten. De kantonrechter had deze vordering afgewezen, wat leidde tot het hoger beroep van Dexia. Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals vastgesteld door de kantonrechter niet in geschil zijn en heeft deze als uitgangspunt genomen. Het hof oordeelde dat Dexia, door een bedrag van € 4.397,22 aan [geïntimeerde] te betalen, erkende dat zij schadeplichtig was. Dit bedrag was eerder door Dexia aan [geïntimeerde] uitbetaald, en het hof concludeerde dat Dexia aan haar verplichtingen had voldaan. Het hof heeft de vordering van [geïntimeerde] afgewezen en de vordering van Dexia toegewezen, waarbij het hof oordeelde dat Dexia niets meer aan [geïntimeerde] verschuldigd was. De kosten van het geding werden toegewezen aan Dexia, en het hof verklaarde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.