2.13.Op 4 augustus 2009 is een nieuwe overeenkomst tussen [appellant] en Harmony gesloten, ook getiteld: vermogensadviesovereenkomst, op basis waarvan Harmony haar effectendiensten voortzette. Daarbij is tevens - op verzoek van Harmony - een geactualiseerd, - aansluitend op de samenstelling van de portefeuille - cliëntprofiel vastgesteld. Daarin is het risicoprofiel dynamisch/offensief aangekruist door [appellant] . Bijlage 1 bij de overeenkomst uit 2009 (met de koptekst 'bepalen cliënt profiel') bevat een vragenlijst, welke vragen door [appellant] en [geïntimeerde sub 2] besproken zijn waarna vervolgens antwoorden aangekruist zijn. De aangekruiste antwoorden komen
- samengevat - op het volgende neer.
- Het gezinsinkomen van [appellant] was meer dan benodigd voor het levensonderhoud (hij spaarde), hij was niet afhankelijk van de inkomsten uit het Belegbare Vermogen, zijn jaarlijkse netto inkomsten waren tussen € 50.000,00 en € 100.000,00 en de huidige en toekomstige inkomstenbronnen waren stabiel. Het betroffen inkomsten uit beroep, [appellant] was niet van plan in de nabije toekomst middelen aan de portefeuille te onttrekken en hij had een eigen huis (eigen kantoor) zonder hypotheek.
- [appellant] had een effectenportefeuille waarmee 25% van zijn vermogen was gemoeid, hij had een effectenkrediet waarmee 10% van zijn portefeuille was gemoeid, hij beschikte over liquide middelen naast zijn beleggingen ten belope van 25% van zijn totale vermogen, hij had geen uitstaande consumptieve kredieten of overige schulden/verplichtingen en zijn overige bezitten bedroegen 50% van zijn totale vermogen. De oorsprong van zijn vermogen was 50% spaargeld en 50% overwaarde onroerend goed.
- De pensioenvoorziening van [appellant] was niet goed geregeld maar de "oude dag" was verzorgd (door middel van vrij vermogen, lijfrente e.d.). In het beleggingsbeleid hoefde geen rekening te worden gehouden met eventuele pensioenvoorzieningen in eigen beheer.
- De belangrijkste reden voor [appellant] om te gaan beleggen was ‘vermogensgroei op de middellange termijn’.
- [appellant] had 3 tot 5 jaar ter beschikking voor de opbouw van zijn vermogen en hij wilde met 25-50% van zijn totale vermogen gaan beleggen.
- [appellant] wilde met 25%-75% van zijn totale belegd vermogen bij Harmony gaan beleggen en wilde ten minste eenmaal per week aandacht besteden aan het beheer van zijn beleggingsportefeuille.
- [appellant] had in eerste instantie aangekruist in ruime mate te willen beleggen in aandelen (tot 50% van de portefeuille) en aangekruist in beperkte mate te willen beleggen in opties/turbo's en andere afgeleide producten. Na aanpassing is het antwoord aangekruist waarbij hij hoofdzakelijk wilde beleggen in aandelen (tot 100% van de portefeuille), eventueel in combinatie met derivaten en is aangekruist dat hij in ruime mate wilde beleggen in opties/turbo's en andere afgeleide producten.
- [appellant] had een geringe tot gemiddeld kennis van beleggen, waarbij hij de wisselwerking tussen risico en rendement kende en de basisbeginselen van beleggen. Hij heeft aangegeven een gemiddelde kennis te hebben van derivaten en geen tot weinig kennis van speciale (complexe) producten.
[appellant] heeft aangegeven dat de relatie tussen rendement en risico voor hem betekende dat hij een (iets) hoger risico accepteerde met daarbij een kans op extra rendement, waarbij hij een waardedaling acceptabel vond vergelijkbaar met de beursfluctuatie. Hij zou een waardedaling van 20% van zijn beleggingsportefeuille of een daarin opgenomen positie vervelend vinden maar hij wist dat het kon gebeuren en hij verwachtte op de (lange) termijn een gemiddeld rendement van meer dan 10% per jaar te realiseren. [appellant] zou € 1.000,00 cash verkiezen boven een 50% kans om
€ 2.000,00 te winnen, een 20% kans om € 5.000,- te winnen of 10% kans om
€ 10.000,00 te winnen.
- [appellant] heeft (eveneens na aanpassing van het oorspronkelijke antwoord) aangegeven misschien een lening te willen afsluiten als een goede beleggingskans zich voordeed maar hij op dat moment onvoldoende middelen zou hebben. Oorspronkelijk was het antwoord: absoluut niet.
- Een dynamisch/offensieve strategie sprak [appellant] het meest aan.