Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Niet-ontvankelijkverklaring (wegens termijnoverschrijding)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven van Netcar Automotive v.o.f., had op 10 augustus 2011 BPM voldaan. Op 23 september 2011 diende hij bezwaar in tegen de voldoening, maar dit bezwaar werd door de inspecteur van de Belastingdienst niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding. De rechtbank Noord-Holland had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging.
Het Hof oordeelde dat de termijn voor het indienen van bezwaar niet verschoonbaar was. De rechtbank had vastgesteld dat de termijn voor het indienen van bezwaar op 21 september 2011 eindigde, maar het bezwaar was pas op 23 september 2011 ingediend. De belanghebbende stelde dat hij niet op de hoogte was van de mogelijkheid om bezwaar te maken, maar het Hof oordeelde dat hij, gezien de omstandigheden, redelijkerwijs op de hoogte had moeten zijn van deze mogelijkheid. Bovendien was er geen machtiging overgelegd waaruit bleek dat de gemachtigde bevoegd was om namens de belanghebbende op te treden.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar terecht was. De belanghebbende had niet alle ter beschikking staande rechtsmiddelen benut, waardoor de formele rechtskracht van de voldoening op aangifte niet doorbroken werd. De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond was en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.