ECLI:NL:HR:2007:AZ9098
Hoge Raad
- Cassatie
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- E.N. Punt
- Rechtspraak.nl
Cassatie over teruggaaf van omzetbelasting en termijnoverschrijding
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de fiscale eenheid X B.V. tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem van 4 april 2006, waarin het verzoek om ambtshalve teruggaaf van omzetbelasting over de jaren 2000 tot en met 2003 niet-ontvankelijk werd verklaard door de Inspecteur. De Inspecteur had het verzoek aangemerkt als een bezwaarschrift, maar dit werd afgewezen wegens overschrijding van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarna belanghebbende in cassatie ging.
De Hoge Raad oordeelt dat de belanghebbende zich niet kan beroepen op een arrest van de Hoge Raad dat in strijd met gemeenschapsrecht zou zijn, omdat zij niet tijdig een rechtsmiddel heeft aangewend tegen de heffing. De Hoge Raad verwijst naar eerdere jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, waaruit blijkt dat de Inspecteur niet verplicht was om het verzoek om teruggaaf te honoreren, omdat de wetgever deze beslissing niet als voor bezwaar vatbaar heeft aangemerkt. De Hoge Raad concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 5 oktober 2007, en de conclusie van de Advocaat-Generaal R.E.C.M. Niessen, die op 4 januari 2007 werd gepresenteerd, was dat het beroep in cassatie ongegrond verklaard moest worden. De zaak is van belang voor de interpretatie van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met name de artikelen 6:7 en 65.