Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Niet-ontvankelijkverklaring (wegens termijnoverschrijding)
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de voldoening van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De belanghebbende, vertegenwoordigd door gemachtigde A.F.M.J. Verhoeven van Netcar Automotive v.o.f., had op 25 oktober 2010 BPM voldaan. Het bezwaar tegen deze voldoening werd op 27 april 2012 ingediend, maar de inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De rechtbank Noord-Holland had het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende in hoger beroep ging.
Het Hof oordeelde dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn was overschreden. De belanghebbende stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was omdat er geen rechtsmiddelenverwijzing op de aangifte was vermeld. Het Hof verwierp dit argument, stellende dat de belanghebbende, als bedrijfsmatig handelende partij, op de hoogte had moeten zijn van de mogelijkheid om bezwaar te maken. Bovendien had de gemachtigde, een deskundige op het gebied van BPM, de belanghebbende moeten informeren over de bezwaarmogelijkheden.
Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar terecht was. De belanghebbende had niet alle ter beschikking staande rechtsmiddelen benut, en de inspecteur was niet gehouden om ambtshalve teruggaaf te verlenen. De slotsom was dat het hoger beroep ongegrond was en de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd.