Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
‘s-Gravenhage vernietigd en het geding verwezen naar het gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest.
2.Feiten
3. Geding na cassatie
4.Geschil
5.Beoordeling van het geschil
De Belastingdienst heeft geen beleid om verzoeken tot navordering binnen drie maanden af te doen. Bovendien is het niet mogelijk een “voorlopige navorderingsaanslag” op te leggen, zodat de onderhavige casus ook in dat opzicht verschilt van die van het arrest BNB 2009/295. Verder heeft de inspecteur er op gewezen dat na het schriftelijk aangekondigde voornemen tot het opleggen van een navorderingsaanslag, zoals vermeld onder 2.3, een langdurige correspondentie met de toenmalige gemachtigde heeft plaatsgevonden over de vraag of de inspecteur al dan niet beschikte over het voor navordering vereiste nieuwe feit. Van handelen in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is volgens de inspecteur dan ook geen sprake. De inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, ook wat betreft de beslissingen inzake de proceskosten en het griffierecht, aangezien sprake is van een ongegrond beroep. Van bijzondere omstandigheden die inzake de proceskosten en het griffierecht tot een andere conclusie zouden kunnen leiden, is geen sprake, aldus nog steeds de inspecteur.
125
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank; en
- verklaart het beroep ongegrond.