Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvraag om individuele inkomenstoeslag (IIT) door het college van burgemeester en wethouders van Delft. De aanvraag werd afgewezen omdat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat de IIT met terugwerkende kracht zou worden verleend. Appellant had niet de gevraagde bankafschriften overgelegd, waardoor zijn vermogenspositie niet kon worden vastgesteld. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat het college niet verplicht was om appellant actief te informeren over de mogelijkheid om IIT aan te vragen. De Raad bevestigde de afwijzing van de aanvraag en oordeelde dat het bezwaar van appellant tegen een eerdere brief van het college terecht niet-ontvankelijk was verklaard. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank Den Haag werd bevestigd, waarbij de bestreden besluiten in stand bleven.