ECLI:NL:CRVB:2025:1166
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde WIA-uitkering en boete wegens inkomsten uit hennepteelt
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 juli 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terugvordering van een bedrag van € 3.834,33 aan onverschuldigd betaalde WIA-uitkering en toeslag door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) aan appellant. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv terecht een boete van € 383,43 heeft opgelegd. Appellant, die een WGA-vervolguitkering ontving, had een hennepkwekerij in zijn woning, wat leidde tot een terugvordering van de uitkering. De Raad volgde appellant niet in zijn standpunt dat het Uwv een te hoog bedrag aan inkomsten uit hennepteelt in mindering had gebracht op zijn WIA-uitkering. De Raad oordeelde dat het Uwv de inkomsten op een juiste wijze had vastgesteld, rekening houdend met de informatie van de politie en het onderzoek van het Uwv zelf. De rechtbank Overijssel had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad concludeerde dat er geen dringende redenen waren om van de terugvordering af te zien en dat de opgelegde boete evenredig was. Appellant kreeg geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht, omdat het hoger beroep niet slaagde.