Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
re-integratieverslag beoordeeld. De arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat de
re-integratie-inspanningen van appellant onvoldoende zijn geweest en dat er geen deugdelijke grond is voor dit verzuim. Met een besluit van 14 november 2019 heeft het Uwv aan appellant een loonsanctie opgelegd waarbij appellant is verplicht het loon aan de werknemer door te betalen tot 14 november 2020.
re-integratie-inspanningen verricht. Daarom is terecht een loonsanctie opgelegd. De rechtbank overweegt dat appellant onvoldoende gedaan heeft met het advies van de door appellant ingeschakelde arbeidsdeskundige, die in een rapport van 18 april 2019 stelt dat het eigen werk van de werknemer aan te passen is aan zijn beperkingen. Ook op basis van de beperkingen vastgesteld door de bedrijfsarts, waren er mogelijkheden om het eigen werk aan te passen. Weliswaar is de werknemer op therapeutische basis werkzaam geweest, maar er is geen sprake geweest van een structurele hervatting. Verder is niet gebleken van goede redenen om het tweede spoor niet in te zetten. Appellant heeft daarnaast nagelaten om het advies van zijn deskundige om bij het Uwv een oordeel te vragen over het voldoen aan de
re-integratieverplichtingen door werknemer, op te volgen. Voor zover de door appellant ingeschakelde deskundige heeft geadviseerd dat het tweede spoor niet aan de orde was, is appellant verantwoordelijk voor de door hem ingeschakelde deskundigen.
Het oordeel van de Raad
re-integratie-inspanningen die zijn verricht.
re-integratie-inspanningen verricht.
re-integratie-inspanningen heeft verricht. [1]
re-integratie-inspanningen het gevolg is van de verslaving.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente af;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) tot betaling aan appellant van een vergoeding van schade tot een bedrag van € 500,-;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden (minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 437,50.
Bijlage
Beleidsregels beoordelingskader poortwachter(Besluit van 3 december 2002, Stcrt. 2002, 236, gewijzigd bij Besluit van 17 oktober 2006, Stcrt. 2006, 224) heeft het Uwv een inhoudelijk kader neergelegd voor de beoordeling van de vraag of werkgever en werknemer in redelijkheid konden komen tot de re-integratie-inspanningen die zijn verricht. Daarnaast is de Werkwijzer Poortwachter van belang, waarmee het Uwv aan werkgevers duidelijkheid probeert te bieden over wat van hen bij de re-integratie van een werknemer wordt verwacht.