ECLI:NL:CRVB:2024:1908
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om terug te komen op eerder ontslagbesluit wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt het verzoek van appellant om terug te komen op een eerder ontslagbesluit van 17 november 2022 behandeld. Het college van burgemeester en wethouders van Lansingerland had dit verzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. De Raad oordeelt dat de afwijzing van het verzoek niet evident onredelijk is. Het oorspronkelijke ontslagbesluit, dat was opgelegd wegens zeer ernstig plichtsverzuim, is uitvoerig gemotiveerd en is in eerdere procedures in stand gebleven.
De Raad stelt vast dat appellant in zijn verzoek geen relevante nieuwe feiten of veranderde omstandigheden heeft aangedragen die na het eerdere besluit zijn voorgevallen. De verwijzing naar de toeslagenaffaire en de gevolgen daarvan voor appellant wordt door de Raad niet als nieuw feit erkend, omdat deze omstandigheden al eerder hadden kunnen worden aangevoerd. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad concludeert dat het college terecht toepassing heeft gegeven aan artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, en dat de afwijzing van het verzoek om herziening niet evident onredelijk is. Het hoger beroep van appellant wordt dan ook afgewezen, en de eerdere uitspraak blijft in stand.