ECLI:NL:CRVB:2024:1821

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 september 2024
Publicatiedatum
24 september 2024
Zaaknummer
24/828 AW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak Centrale Raad van Beroep

Op 19 september 2024 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 24/828 AW, waarbij het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak werd afgewezen. De zaak betreft een verzoekster die het bestuur van Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam-Zuidoost Sirius, thans de Stichting Zonova, als tegenpartij heeft. De Raad had eerder op 4 mei 2023 de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 juni 2022 vernietigd, omdat deze ten onrechte had beslist op het herzieningsverzoek van verzoekster. Dit herzieningsverzoek was niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster heeft vervolgens verzet aangetekend tegen de uitspraak van 4 mei 2023, maar dit verzet werd ongegrond verklaard op 28 februari 2024. In de huidige procedure heeft verzoekster opnieuw verzocht om herziening van de verzetsuitspraak, stellende dat de Raad ten onrechte had geoordeeld dat haar herzieningsverzoek van 4 oktober 2021 onredelijk laat was ingediend.

De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat het bijzondere rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak, maar om een uitspraak te herstellen die berust op een onjuist feitelijk uitgangspunt. Verzoekster heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen die vóór de uitspraak van 28 februari 2024 bekend hadden moeten zijn. De Raad concludeert dat verzoekster beoogt een hernieuwde discussie te voeren, wat niet mogelijk is binnen het kader van herziening. Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, in tegenwoordigheid van griffier A. Giesen, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Datum uitspraak: 19 september 2024
24/828 AW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54, in verbinding met de artikelen 8:108 en 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 28 februari 2024, 22/2810
Partijen:
[verzoekster] te [woonplaats] (verzoekster)
het bestuur van Stichting Openbaar Onderwijs Amsterdam-Zuidoost Sirius , thans de Stichting Zonova (stichting)

PROCESVERLOOP

Met een uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 4 mei 2023 [1] heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 23 juni 2022 vernietigd, omdat de rechtbank ten onrechte op het door verzoekster ingediende herzieningsverzoek van 4 oktober 2021 heeft beslist. De Raad heeft het herzieningsverzoek in behandeling genomen als een verzoek om de uitspraak van de Raad van 29 juli 2010 [2] te herzien. Dit herzieningsverzoek is niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen de uitspraak van de Raad van 4 mei 2023 verzet gedaan. Dit verzet heeft de Raad ongegrond verklaard met de uitspraak van 28 februari 2024 [3] . In de voorliggende procedure heeft verzoekster bij brief van 4 maart 2024 verzocht om herziening van die verzetsuitspraak.

OVERWEGINGEN

Verzoekster heeft, kort samengevat, het volgende naar voren gebracht. Volgens verzoekster heeft de Raad ten onterechte geoordeeld dat het herzieningsverzoek van 4 oktober 2021 onredelijk laat is ingediend en had dit verzoek toegewezen moeten worden.
Op grond van artikel 8:119, eerste lid, van de Awb kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten en omstandigheden die:
hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
ij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en;
waren zij bij de Raad bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
Volgens vaste rechtspraak [4] dient het bijzondere rechtsmiddel van herziening er niet toe om een hernieuwde discussie over de desbetreffende uitspraak te voeren of te openen, maar om een rechterlijke uitspraak die berust op een naderhand onjuist gebleken feitelijk uitgangspunt te herstellen. Dit kan alleen indien is voldaan aan de strikte, cumulatieve voorwaarden die hierboven zijn vermeld.
De Raad stelt vast dat verzoekster geen feiten of omstandigheden naar voren heeft gebracht die vóór de uitspraak van 28 februari 2024 hebben plaatsgevonden, die bij haar vóór die uitspraak niet bekend waren en die haar redelijkerwijs ook niet bekend konden zijn, zoals bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb. Verzoekster beoogt een hernieuwde discussie over de zaak te voeren. Uit wat hiervoor is overwogen, volgt dat het middel van herziening daar niet voor bedoeld is.
Het verzoek om herziening moet om die reden worden afgewezen.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door Y. Sneevliet, in tegenwoordigheid van A. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 september 2024.
(getekend) Y. Sneevliet
(getekend) A. Giesen
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

Voetnoten

4.Bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 31 mei 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW7120, die in een eerdere herzieningszaak van verzoekster is gewezen. Zie bijvoorbeeld ook de uitspraak van de Raad van 22 augustus 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:1652.