ECLI:NL:CRVB:2024:157
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten contra-expertise in arbeidsongeschiktheidsprocedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van een contra-expertise. Appellant had deze bijstand aangevraagd in het kader van een arbeidsongeschiktheidsprocedure, waarin hij een uitkering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) wenste te verkrijgen. Het college van burgemeester en wethouders van Weststellingwerf had de aanvraag afgewezen, stellende dat de kosten van de contra-expertise niet noodzakelijk waren. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland bevestigd, waarin werd geoordeeld dat de kosten van een contra-expertise in dit geval niet als noodzakelijk konden worden aangemerkt. De Raad heeft overwogen dat appellant zijn argumenten kan onderbouwen met medische stukken uit de behandelend sector en dat de rechter in de procedure over de arbeidsongeschiktheid de bewijspositie kan corrigeren. De Raad concludeert dat de wens tot versterking van de eigen positie in een procedure geen toereikende grond vormt voor de inschakeling van een deskundige. Daarom blijft de afwijzing van de aanvraag in stand en krijgt appellant geen vergoeding van zijn proceskosten of griffierecht terug.