ECLI:NL:CRVB:2023:928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over premiebesluit belastingdienst en overgang van onderneming in het kader van arbeidsongeschiktheidsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan een werknemer die eerder in dienst was bij een failliete onderneming. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 april 2023 uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/1636 ZW. De werknemer, die als loodgieter/cv-werk werkte, meldde zich op 12 november 2012 ziek. Na het faillissement van zijn werkgever, [BV oud], heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) hem een Ziektewet (ZW) uitkering toegekend. De belastingdienst heeft later de ZW- en WIA-uitkeringen aan de nieuwe werkgever, appellante, toegerekend, waarbij zij stelde dat er sprake was van een overgang van onderneming. Appellante heeft hiertegen bezwaar gemaakt en is in beroep gegaan. De rechtbank oordeelde dat appellante belanghebbende was bij de uitkeringsbesluiten, maar dit oordeel werd door de Centrale Raad van Beroep verworpen. De Raad oordeelde dat de vraag naar de overgang van onderneming niet relevant was voor de rechtmatigheid van de uitkeringsbesluiten. De hoger beroepen van appellante zijn ongegrond verklaard, en de eerdere uitspraken zijn bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.