ECLI:NL:CRVB:2023:454
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- E.C.E. Marechal
- J.J.A. Kooijman
- E. Dijt
- T. Dompeling
- S.B. SmitColenbrander
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen twee uitspraken van de rechtbank Rotterdam, waarbij zij betrokken was in gedingen tegen het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 juni 2022 een tussenuitspraak gedaan, waarna het college op 31 augustus 2022 een nieuw besluit heeft genomen. Verzoekster heeft hierop gereageerd met een zienswijze en verzocht om een nieuwe tussenuitspraak. Op 19 januari 2023 heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen de behandelend rechters, omdat zij meende dat deze vooringenomenheid jegens haar koesterden.
De Raad heeft het wrakingsverzoek beoordeeld aan de hand van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht, dat stelt dat rechters gewraakt kunnen worden op basis van feiten die hun onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De Raad concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters. De beslissing tot sluiting van het onderzoek kan niet als wrakingsgrond dienen, aangezien dit een procedurele beslissing is. De Raad benadrukt dat het inherent is aan geschillen dat niet alle partijen in het gelijk worden gesteld, en dat de vrees van verzoekster voor een negatieve uitkomst niet voldoende is om aan te nemen dat de rechters vooringenomen zijn.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om wraking afgewezen, en is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 maart 2023.