ECLI:NL:CRVB:2023:401
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WIA-uitkering en geschiktheid van functies in het kader van arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2023 wordt het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv over zijn WIA-uitkering behandeld. Appellant, die als directeur werkte, heeft zich op 27 december 2017 ziek gemeld met psychische klachten. Hij ontving een WIA-uitkering, maar was van mening dat deze te laag was. De Raad oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd, maar dat niet alle beperkingen van appellant correct zijn weergegeven in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De Raad concludeert dat het dragen van gehoorbescherming voor appellant niet mogelijk is, wat betekent dat de geselecteerde functies niet geschikt zijn voor hem. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd, en het Uwv wordt opgedragen om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant, die in totaal € 5.418,15 bedragen, en bepaalt dat het Uwv het griffierecht van € 184,- moet vergoeden.