Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 september 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 april 2014. De appellant, die in hoger beroep ging, had eerder bezwaar gemaakt tegen verschillende besluiten van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot zijn uitkeringen op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Ziektewet (ZW). De rechtbank had de beroepen van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv zijn eigen afwegingen moet maken bij het beslissen op bezwaar en dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe omstandigheden had aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De Raad heeft de argumenten van de appellant, waaronder de claim dat het Uwv had moeten wachten op een eerdere uitspraak van de rechtbank, verworpen. De Raad benadrukte dat de rechtbank bevoegd is om zaken over hetzelfde onderwerp te voegen, maar niet verplicht is dit te doen. De Raad bevestigde dat de griffierechten correct waren geheven en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek van de appellant om schadevergoeding werd afgewezen.