Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit nietontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft – samengevat – overwogen dat de besluitvorming gaat over de verstreken periode tot en met 30 april 2020. Het college heeft appellante bij besluit van 22 april 2020 voor de periode van 23 april 2020 tot en met 31 mei 2020 een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden van 2 uur en 35 minuten per week verstrekt en bij besluit van 25 mei 2020 voor de periode van 1 juni 2020 tot en met 31 mei 2022 een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden van 2 uur en 45 minuten per week verstrekt. Appellante heeft tegen deze nieuwe besluiten geen bezwaar gemaakt, zodat deze in rechte zijn komen vast te staan. Gelet hierop kan een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit niet meer van belang zijn voor een toekomstige periode. Ook overigens heeft appellante geen belang bij een inhoudelijk oordeel over het bestreden besluit.
Het oordeel van de Raad
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 20 februari 2020 behoudens wat betreft de vergoeding van de kosten van het bezwaar;
- herroept het besluit van 15 april 2019;
- verstrekt aan appellante voor de periode van 1 mei 2019 tot en met 30 april 2020 een maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden van 3 uur en 45 minuten per week en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 20 februari 2020;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.929,50;
- bepaalt dat het college aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 182,- vergoedt.