ECLI:NL:CRVB:2023:2500
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van ouderdomspensioen naar de norm van een gehuwde in het kader van geregistreerd partnerschap en duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de herziening van het ouderdomspensioen van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant ontving sinds 24 september 2014 een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW) naar de norm van een ongehuwde. Na het aangaan van een geregistreerd partnerschap op 19 januari 2021 met [B.], heeft de Svb het pensioen herzien naar de norm van een gehuwde, omdat appellant en zijn partner niet duurzaam gescheiden van elkaar leven. Appellant was het niet eens met deze herziening en heeft hoger beroep ingesteld.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Appellant en [B.] bezitten samen een woning en zijn beide ingeschreven op hetzelfde adres in de basisregistratie personen (BRP). De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellant slechts recht had op een ouderdomspensioen naar de norm van een ongehuwde als er sprake was van duurzaam gescheiden leven. De Svb had aangetoond dat dit niet het geval was, en de rechtbank heeft dit oordeel bevestigd.
In hoger beroep heeft de Raad geconcludeerd dat de herziening van het ouderdomspensioen terecht was. De Raad oordeelde dat appellant en zijn partner niet duurzaam gescheiden leven, ondanks de argumenten van appellant dat zij een zakelijke relatie hebben en gescheiden huishoudens voeren. De Raad heeft vastgesteld dat de feitelijke omstandigheden, zoals gezamenlijke eigendom van een woning en inschrijving op hetzelfde adres, wijzen op een financiële en sociale verwevenheid. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en appellant krijgt geen vergoeding voor proceskosten of griffierecht.