ECLI:NL:CRVB:2023:1998
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning en het gebruik van normtijden door het college
In deze zaak gaat het om de toekenning van een maatwerkvoorziening voor huishoudelijke ondersteuning aan appellante, die geboren is in 1942 en beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van huishoudelijke taken. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem heeft op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) een maatwerkvoorziening van 180 minuten per week verstrekt. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen de omvang van deze voorziening, waarna het college zijn besluit heeft gehandhaafd. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep heeft ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op een zitting op 20 september 2023. De Raad heeft vastgesteld dat het college gebruik heeft gemaakt van normtijden bij het bepalen van de omvang van de maatwerkvoorziening. Dit gebruik van normtijden is in lijn met de vaste rechtspraak, die stelt dat een college bevoegd is om normtijden voor schoonmaakactiviteiten vast te stellen in beleidsregels. De Raad concludeert dat het college terecht heeft gehandeld en dat appellante onvoldoende heeft onderbouwd waarom haar specifieke situatie zou moeten leiden tot een afwijking van deze normtijden.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en laat het bestreden besluit in stand. Appellante krijgt geen vergoeding voor haar proceskosten en het betaalde griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep op 1 november 2023.