Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
4 oktober 2019, 1 november 2019 en 7 november 2019. Tot het moment van deze uitspraak zijn nog geen vier jaar verstreken, zodat appellant niet in aanmerking komt voor een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep in zaak 21/1835 PW niet-ontvankelijk;
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de rechtbank de beroepen in de zaken 21/1834 PW en 21/1836 PW niet-ontvankelijk heeft verklaard;
- verklaart de beroepen in de zaken 21/1834 PW en 21/1836 PW gegrond en vernietigt de besluiten van 12 december 2019 en 2 januari 2020;
- verklaart het bezwaar tegen het besluit van 5 september 2019 ongegrond;
- draagt het dagelijks bestuur op om een nieuwe beslissing op bezwaar tegen het besluit van 27 september 2019 te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor het overige;
- veroordeelt het dagelijks bestuur in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.674,-;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.