ECLI:NL:CRVB:2022:154
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van beroepsgronden
Op 25 januari 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/1834 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte. Appellant had eerder de gelegenheid gekregen om dit verzuim te herstellen, maar heeft de gestelde termijnen ongebruikt laten verstrijken. De gemachtigde van appellant, mr. J. Sprakel, werd op 15 juni 2021 en opnieuw op 16 augustus 2021 in de gelegenheid gesteld om de beroepsgronden in te dienen, maar heeft hier niet op gereageerd. De Raad oordeelde dat er geen redenen waren die het verzuim konden verontschuldigen, waardoor het hoger beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. De uitspraak is gedaan in het openbaar en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.