ECLI:NL:CRVB:2023:1478
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake Wajong-uitkering en vaststelling van beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een Wajong-uitkering aanvroeg. De appellant, geboren in 1964, had eerder een aanvraag ingediend die in 2009 was afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van het ontbreken van bewijs dat hij op zeventienjarige leeftijd beperkingen had door ziekte of gebrek. De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht. De Raad oordeelt dat het Uwv terecht heeft gesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven om terug te komen op het besluit van 2009. De Raad benadrukt dat het tijdsverloop van meer dan 40 jaar het onmogelijk maakt om de beperkingen van de appellant op de relevante leeftijden vast te stellen. De appellant had weliswaar medische gegevens overgelegd, maar deze waren niet voldoende om aan te tonen dat hij op zijn zeventiende of achttiende jaar meer dan 25% arbeidsongeschikt was. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek van de appellant af.