ECLI:NL:CRVB:2022:2573
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 november 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van de behandelend rechters in een hoger beroep dat was ingesteld door mr. A.C.S. Grégoire namens verzoeker tegen uitspraken van de rechtbank Limburg. Het wrakingsverzoek was ingediend op 7 november 2022, kort voor de zitting die op 8 november 2022 gepland stond. De verzoekers voerden aan dat de rechters vooringenomen waren, onder andere omdat een van de rechters, W.F. Claessens, eerder had geoordeeld over de situatie van verzoeker. De Raad oordeelde dat de wrakingsgronden niet tijdig waren ingediend, aangezien verzoekers op de hoogte waren van de feiten en omstandigheden die aan de wraking ten grondslag lagen, maar het verzoek pas weken later indiende. De Raad benadrukte dat het wrakingsinstituut niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen beslissingen van rechters. De verzoeken werden afgewezen omdat er geen objectieve aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechters. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd in het openbaar uitgesproken.