ECLI:NL:CRVB:2022:162
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten bewindvoering en mentorschap met betrekking tot buitenwettelijk begunstigend beleid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering en mentorschap. De appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat, had een verzoek ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om inzage in alle aanvragen en beslissingen over bijzondere bijstand voor bewindvoeringskosten. Dit verzoek was gedaan om bewijs te verkrijgen dat het buitenwettelijk begunstigend beleid niet consistent werd toegepast door het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad.
De Raad oordeelde dat de bestuursrechter het bestaan en de inhoud van buitenwettelijk begunstigend beleid als gegeven moet aanvaarden, waarbij de toetsing beperkt is tot de consistentie van de toepassing van dat beleid en de bescherming van fundamentele rechten. De Raad concludeerde dat de aanvraag van appellant niet tijdig was ingediend en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak.
De Raad wees het verzoek van appellant om aanhouding van de zaak af, omdat hij niet aannemelijk had gemaakt dat het beleid niet consistent werd toegepast. De enkele omstandigheid dat in een ander geval bijzondere bijstand was toegekend, was onvoldoende om te concluderen dat het college zijn beleid inconsistent toepaste. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak zonder veroordeling in proceskosten.