ECLI:NL:RBGEL:2024:3338
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Gemeentepolis door college van burgemeester en wethouders van Zutphen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen van zijn aanvraag voor deelname aan de Gemeentepolis. Eiser, inwoner van Zutphen, had op 17 november 2022 een aanvraag ingediend, die op 21 december 2022 werd afgewezen. Het college stelde dat eiser geen recht had op de Gemeentepolis voor het verzekeringsjaar 2023 vanwege een betalingsachterstand bij zijn zorgverzekering. Eiser maakte bezwaar, maar het college handhaafde de afwijzing in een aangepast besluit op 9 maart 2023.
De rechtbank heeft het beroep op 24 mei 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van het college aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De rechtbank stelt vast dat de overstapregeling, die in 2022 gold voor minima met een betalingsachterstand, buitenwettelijk begunstigend beleid was. Eiser had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat de regeling ook voor 2023 zou moeten gelden. De rechtbank oordeelt dat het college de aanvraag van eiser terecht heeft afgewezen, omdat hij op grond van artikel 8a van de Zorgverzekeringswet niet kon overstappen naar de Gemeentepolis vanwege zijn betalingsachterstand.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van het griffierecht en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M.S. de Vries, rechter, in aanwezigheid van K. van Gijtenbeek, griffier.