Uitspraak
18.4590 WAJONG
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van de Wajong-uitkering van appellant, die niet heeft gemeld dat hij was gaan studeren. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden, zoals vastgelegd in artikel 2:7, eerste lid, van de Wajong. Appellant had redelijkerwijs moeten begrijpen dat zijn studie van invloed kon zijn op zijn recht op Wajong. Het Uwv heeft zijn beleid consistent toegepast door de uitkering te herzien en een boete op te leggen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat de schending van de inlichtingenverplichting aan appellant kan worden aangerekend, ondanks zijn beperkingen. De opgelegde boete van € 40,- wordt als evenredig beschouwd. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd.