Uitspraak
20.1273 AW, 20/2518 AW
OVERWEGINGEN
- op tenminste 20 dagen bij herhaling zonder deugdelijk reden heeft verzuimd aan haar opleidingsverplichtingen te voldoen;
- meerdere keren presentielijsten heeft getekend, waarna zij direct weer de opleiding/les heeft verlaten; zij heeft derhalve de opleiding/les niet daadwerkelijk gevolgd en de tekening van de presentielijsten geldt dan ook als bedrieglijk;
- haar frequente verzuim van de opleiding/lessen bij herhaling niet heeft geregistreerd in het interne registratiesysteem BVCM;
- bij herhaling haar verzuim van de opleiding/lessen in strijd met de werkelijkheid heeft geaccordeerd en verantwoord in BVCM als “volgen opleiding”, “studeren op school/instituut”, “toets” dan wel enige andere aan de opleiding gerelateerde kwalificatie;
- zich ten minste twee keer bij de opleiding heeft ziekgemeld, zonder de ziekmelding aan haar werkgever door te geven; zij heeft daarmee in strijd gehandeld met de geldende procedure aangaande ziekmeldingen, welke procedure bij haar bekend is dan wel bekend kan worden verondersteld; in het geval dat men wegens ziekte niet in staat is het werk te verrichten, dient zulks zo spoedig mogelijk te worden gemeld bij de directe leidinggevende;
- bedoelde ziekmelding niet in BVCM heeft geregistreerd maar in plaats daarvan haar uren in strijd met de werkelijkheid heeft geaccordeerd en verantwoord met “volgen opleiding”;
- bij herhaling zonder deugdelijke reden en derhalve onwettig afwezig is geweest van haar werk op de dagen dat zij haar uren in BVCM in strijd met de werkelijkheid als opleidingsuren heeft geaccordeerd en verantwoord; zij heeft derhalve ten onrechte bezoldiging genoten, nu zij daartegenover geen werk heeft verricht;
- op 23 februari 2015 onder werktijd een keuken heeft uitgezocht en aangekocht;
- zonder toestemming van haar werkgever langere pauzetijden heeft genoten in verband met een vermeende zwangerschap;
- deze langere pauzetijden niet heeft geregistreerd en verantwoord in BVCM.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de korpschef op een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak en bepaalt dat beroep tegen dit besluit slechts bij de Raad kan worden ingesteld;
- veroordeelt de korpschef in de kosten van appellante tot een bedrag van in totaal € 2.670,-;
- bepaalt dat de korpschef aan appellante het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van € 439,- vergoedt.