Uitspraak
18.2551 PW, 18/2552 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die sinds 3 juli 1989 bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet (PW). De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft een themacontrole naar het bezit van onroerende zaken, waarbij het college van burgemeester en wethouders van Venlo een onderzoek heeft ingesteld naar de rechtmatigheid van de aan appellanten verleende bijstand. Dit onderzoek werd uitgevoerd door Bureau Buitenland, dat gegevens verzamelde over onroerende zaken in Turkije die op naam van appellanten stonden.
De Raad oordeelt dat het college niet in strijd heeft gehandeld met het discriminatieverbod, zoals appellanten hadden aangevoerd. De Raad heeft eerder in vergelijkbare zaken geoordeeld dat het college bevoegd was om onderzoek te doen naar vermogen in het buitenland en dat de onderzoeksbevindingen niet onrechtmatig waren verkregen. Appellanten hebben niet kunnen aantonen dat het bedrijfspand, dat op naam van appellant stond geregistreerd, geen onderdeel uitmaakte van hun vermogen. De Raad concludeert dat appellanten in de te beoordelen perioden hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door het bezit van het bedrijfspand niet te melden bij het college.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en wijst het verzoek van appellanten om schadevergoeding af. De Raad benadrukt dat de bewijslast voor de intrekking van de bijstand bij het college ligt, maar dat appellanten niet hebben voldaan aan hun verplichtingen, wat leidt tot de conclusie dat de intrekking van de bijstand gerechtvaardigd is.