Uitspraak
18.39 ZW, 18/302 ZW
OVERWEGINGEN
op zichzelf genomen ook tot arbeidsongeschiktheid leiden(…), dan heeft zij ook recht op een ziekengelduitkering naar 100% van haar dagloon.”
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Uwv om het ziekengeld van betrokkene te baseren op een dagloon op grond van artikel 29a van de Ziektewet (ZW). Betrokkene had zich op 30 maart 2016 ziek gemeld met zwangerschapsgerelateerde klachten, terwijl zij al eerder ziek was geweest met psychische klachten. Het Uwv had eerder vastgesteld dat betrokkene met ingang van 8 april 2016 geen recht meer had op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% van haar loon kon verdienen. De rechtbank had het beroep van betrokkene gegrond verklaard, maar het Uwv ging in hoger beroep.
De Raad oordeelde dat de medische beoordeling van het Uwv ondeugdelijk was, omdat niet was vastgesteld of betrokkene op 30 maart 2016 in staat was om haar werk te verrichten. De Raad benadrukte dat de arbeidsongeschiktheid een direct gevolg moet zijn van de zwangerschap om aanspraak te maken op een uitkering ter hoogte van het dagloon. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van betrokkene niet uitsluitend voortvloeiden uit de zwangerschap, maar dat er wel degelijk een verband was tussen de zwangerschap en de toegenomen psychische klachten.
Uiteindelijk heeft de Raad het besluit van het Uwv vernietigd en bepaald dat betrokkene met ingang van 30 maart 2016 recht heeft op ziekengeld ter hoogte van het dagloon. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.