Uitspraak
19 4689 TW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.Verder heeft appellante zich op het standpunt gesteld dat zij de inlichtingenplicht niet heeft geschonden. Appellante heeft op het aanvraagformulier van 30 mei 2015 ingevuld dat haar partner vanaf 3 juni 2015 in detentie zat en dat zij vanaf die datum dus niet meer samenwoonden. Het Uwv interpreteert dit formulier op onjuiste wijze. Daarbij wijst appellante tevens op haar psychische beperkingen, waarvoor zij een Wajong-uitkering ontvangt.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 8 april 2019;
- herroept het besluit van 14 augustus 2018;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 1.602,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellante het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 175,- vergoedt.