ECLI:NL:CRVB:2021:145
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van ZW-uitkering en toeslag wegens schending inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante, die een Ziektewet (ZW) uitkering en een toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW) ontving, heeft haar inlichtingenverplichting geschonden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) niet te informeren over haar werkzaamheden bij twee werkgevers. Het Uwv heeft daarop besloten om de uitkering en toeslag te herzien en een bedrag van € 575,36 terug te vorderen, alsook een boete van € 287,68 op te leggen. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze besluiten ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad werd bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht de herziening en terugvordering heeft doorgevoerd, omdat appellante niet had gemeld dat zij werkzaamheden had verricht die op loon waardeerbaar zijn. De Raad benadrukte dat het aan appellante was om haar werkzaamheden te melden, en dat het Uwv op basis van de beschikbare informatie een schatting mocht maken van de omvang van de werkzaamheden. De opgelegde boete werd als evenredig beschouwd, ondanks het verweer van appellante dat zij geen aflossingscapaciteit had. De uitspraak bevestigt de noodzaak voor uitkeringsgerechtigden om wijzigingen in hun situatie tijdig te melden.