Uitspraak
19 3877 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
(…)
Medische kosten die de vergoeding van de zorgverzekering overstijgen
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellant. Appellant, die sinds 1 december 2003 bijstand ontvangt, had op 7 april 2018 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een waterbed en acupunctuurbehandelingen. Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag heeft deze aanvragen afgewezen, omdat appellant niet had aangetoond dat het waterbed medisch noodzakelijk was en omdat er voor de kosten van acupunctuur een voorliggende voorziening bestond op grond van de Participatiewet (PW).
De Raad oordeelde dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagde, omdat er geen toezeggingen of gedragingen van het college waren die een beroep op dit beginsel konden rechtvaardigen. De eerdere toekenning van bijstand voor een waterbed in 2008 betekende niet dat appellant recht had op een nieuwe toekenning. De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvragen door het college terecht was, omdat appellant niet had aangetoond dat er sprake was van zeer dringende redenen voor bijstandverlening. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard.