ECLI:NL:CRVB:2021:2702
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ziekengeld met terugwerkende kracht en rechtszekerheid in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante X B.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank had het beroep van betrokkene, die ziekengeld ontving, gegrond verklaard en het besluit van het Uwv om het ziekengeld met terugwerkende kracht te beëindigen vernietigd. Appellante stelde dat de rechtbank ten onrechte de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand heeft gelaten. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de beëindiging van het ziekengeld in strijd is met de rechtszekerheid. Appellante had aangevoerd dat betrokkene per 4 april 2019 weer geschikt was voor zijn arbeid, maar deze beroepsgrond werd verworpen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep tegen het besluit van 13 november 2020 ongegrond. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van betrokkene, die op € 1.496,- worden begroot.