3.2.Het Uwv heeft verzocht de aangevallen uitspraak te bevestigen.
4. De Raad oordeelt als volgt.
4.1.1.Op dit geding is van toepassing de wet- en regelgeving zoals die op 1 mei 2017 luidde.
4.1.2.Artikel 1b, eerste lid, van de WW bepaalt dat voor de berekening van de hoogte van de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat als dagloon wordt beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het arbeidsurenverlies, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, is ingetreden, verdiende, doch ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag.
4.1.3.Op grond van artikel 1b, zesde lid, van de WW worden bij algemene maatregel van bestuur ten aanzien van de vaststelling van het dagloon bedoeld in het eerste lid, en de herziening ervan nadere en zo nodig afwijkende regels gesteld. In het Dagloonbesluit, zoals dat met ingang van 1 juli 2015 in werking is getreden en op onderdelen met ingang van 1 januari 2016 en 1 december 2016 is gewijzigd, zijn in hoofdstuk 2 (artikelen 2 tot en met 12) bepalingen gegeven voor de vaststelling van het dagloon in het kader van de WW.
4.1.4.Op grond van artikel 4, eerste lid, van het Dagloonbesluit wordt voor toepassing van dit hoofdstuk de werknemer geacht zijn loon te hebben genoten in het aangiftetijdvak waarover de werkgever van dat loon opgave heeft gedaan.
4.1.5.In artikel 5, eerste lid, van het Dagloonbesluit is bepaald dat het dagloon van uitkeringen van de WW de uitkomst is van de volgende berekening:
[(A-B) x 108/100 + C] / D
waarbij:
A staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij alle werkgevers die vakantiebijslag reserveren;
B staat voor de bedragen aan vakantiebijslag die de werknemer in de referteperiode heeft genoten;
C staat voor het loon dat de werknemer in de referteperiode heeft genoten bij alle werkgevers die geen vakantiebijslag reserveren; en
D staat voor 261 indien de referteperiode een duur van één jaar heeft of indien artikel 2, vierde lid, van toepassing is. Indien er sprake is van een afwijkende referteperiode staat D voor het aantal dagloondagen in de referteperiode.
4.1.6.In artikel 6, eerste lid, van het Dagloonbesluit, zoals dit luidde ten tijde van belang, is bepaald dat, indien de werknemer in een aangiftetijdvak geen loon of minder loon heeft genoten in verband met verlof, bij de berekening van het dagloon, bedoeld in artikel 5, eerste lid, als loon in dat aangiftetijdvak in aanmerking wordt genomen het loon, genoten in dezelfde dienstbetrekking in het laatste aan dat verlof voorafgaande en volledig in de referteperiode gelegen aangiftetijdvak, waarin die omstandigheid zich niet heeft voorgedaan en waarin de werknemer het volledige aangiftetijdvak in dienstbetrekking tot de desbetreffende werkgever stond.
4.1.7.In artikel 6, tweede lid, van het Dagloonbesluit, is bepaald dat indien er geen voorafgaand aangiftetijdvak als bedoeld in het eerste lid is, bij de berekening van het dagloon, bedoeld in artikel 5, eerste lid, het loon in aanmerking wordt genomen uit dezelfde dienstbetrekking over het aangiftetijdvak direct na afloop van dat verlof, indien:
a. dat aangiftetijdvak geheel is gelegen in de referteperiode, en
b. de werknemer gedurende het volledige aangiftetijdvak in dienstbetrekking tot de betreffende werkgever stond.
4.1.8.Op grond van artikel 6, derde lid, van het Dagloonbesluit, wordt, als er geen aangiftetijdvak is als bedoeld in het eerste of tweede lid, voor ieder in de referteperiode gelegen aangiftetijdvak waarin door de werknemer geen of minder loon is genoten in verband met de in het eerste lid genoemde omstandigheden, bij de berekening van het dagloon het per aangiftetijdvak geldende overeengekomen loon in aanmerking genomen.
4.1.9.In artikel 6, vierde lid, van het Dagloonbesluit is bepaald dat dit artikel buiten toepassing blijft indien de toepassing van dit artikel leidt tot een lager dagloon.