ECLI:NL:CRVB:2019:3107
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening ouderdomspensioen op basis van duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de herziening van het ouderdomspensioen van appellanten door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb had het pensioen herzien naar dat voor een gehuwde pensioengerechtigde, omdat zij van mening was dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, zoals bedoeld in de Algemene Ouderdomswet (AOW). De rechtbank had eerder geoordeeld dat de Svb terecht had gehandeld, en dat appellanten niet konden aantonen dat zij duurzaam gescheiden leefden. De Raad onderschrijft dit oordeel en bevestigt dat de feiten en omstandigheden, zoals frequent contact, gezamenlijke eigendom van een woning en fiscaal partnerschap, wijzen op een voortgezet huwelijk. Appellanten hebben in hoger beroep hun standpunt herhaald, maar de Raad concludeert dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af.