ECLI:NL:CRVB:2019:1705
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.F. Claessens
- Y.J. Klik
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van kasstortingen als inkomsten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant ontving sinds 4 maart 2014 bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en werd geconfronteerd met een onderzoek naar de rechtmatigheid van deze bijstand na een anonieme melding. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft vastgesteld dat appellant kasstortingen op zijn bankrekening heeft ontvangen, die niet zijn gemeld, en heeft deze aangemerkt als inkomsten. Dit leidde tot de herziening en terugvordering van de bijstandsuitkering. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig beoordeeld, waarbij appellant zijn standpunt verdedigde dat de kasstortingen afkomstig waren van eerder opgenomen bedragen. De Raad oordeelde echter dat appellant niet voldoende bewijs had geleverd om zijn stelling te onderbouwen. De Raad bevestigde dat kasstortingen in beginsel als middelen in de zin van de PW worden beschouwd, en dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat de kasstortingen niet als inkomsten moesten worden aangemerkt. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bekrachtigd, en het hoger beroep van appellant werd ongegrond verklaard.