ECLI:NL:CRVB:2018:920
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake boete wegens niet opgegeven inkomsten uit leer-werktraject
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een boete die hem is opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand, maar heeft verzuimd om inkomsten uit studiefinanciering tijdig te melden. Dit leidde tot een opschorting van zijn bijstandsrecht en uiteindelijk tot een terugvordering van bijstandsuitkeringen. Het college legde appellant een boete op voor het niet voldoen aan de inlichtingenverplichting. De rechtbank Rotterdam heeft de boete in eerste instantie gematigd, maar appellant ging in hoger beroep tegen de hoogte van de boete. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de boete niet correct was vastgesteld volgens het beleid van het college. De Raad heeft de boete verlaagd en vastgesteld op € 704,13, waarbij het college werd veroordeeld in de proceskosten van appellant. De uitspraak is gedaan op 27 maart 2018.