Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDER LAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 1 mei 2019 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
1 november 2014 [de rechtbank leest: 1 december 2014] tot en met 30 november 2016 herzien, omdat eiser vanaf 1 december 2014 regelmatig inkomsten heeft gehad uit de verkoop van computerspellen en computeraccessoires. Eiser heeft dat ten onrechte niet gemeld. Omdat de bedragen van de stortingen – die verweerder ziet als middelen voor de bijstand – in november 2015 en juni 2016 hoger zijn dan de bijstandsnorm trekt verweerder de bijstandsuitkering over de maanden november 2015 en juni 2016 in. Ook de stortingen heeft eiser ten onrechte niet gemeld. De winst uit de verkoop van computerspellen en computeraccessoires heeft verweerder over diverse maanden in mindering gebracht op de bijstandsuitkering. Het ten onrechte ontvangen bedrag aan bijstand dient eiser terug te betalen. De bruto terugvordering bedraagt € 4.403,76 en de netto terugvordering € 3.407,68.
€ 1.170,- acht de rechtbank evenredig aan de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de overige gebleken omstandigheden.
Beslissing
mr. C.H. de Groot en mr. S. Dijkstra, leden, in aanwezigheid van H.M. Eleveld, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2019.