Uitspraak
15.4112 WW, 16/3046 WW
OVERWEGINGEN
- het naar buiten brengen van onjuiste informatie over de hoogte van haar salaris;
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die sinds 2001 in dienst was bij een instantie, had een WW-uitkering aangevraagd na haar ontslag. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze uitkering op basis van verwijtbare werkloosheid, omdat appellante zich schuldig had gemaakt aan ernstige schendingen van het vertrouwen van haar werkgever. De rechtbank had het bezwaar van appellante tegen de weigering van de uitkering ongegrond verklaard, en deze uitspraak werd door de Centrale Raad bevestigd. De Raad oordeelde dat de gedragingen van appellante, waaronder het verstrekken van onjuiste informatie over haar salaris en het privégebruik van een dienstauto, een dringende reden voor ontslag vormden. De Raad concludeerde dat het Uwv terecht de WW-uitkering blijvend en geheel had geweigerd, en dat er geen gronden waren voor schadevergoeding of proceskostenvergoeding. De uitspraak benadrukt het belang van vertrouwen in publieke functies en de gevolgen van schendingen daarvan.