ECLI:NL:CRVB:2017:475
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Y.J. Klik
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending inlichtingenplicht met betrekking tot onroerend goed in Suriname
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die sinds 2004 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft na een anonieme tip onderzoek gedaan naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening, waarbij bleek dat appellanten onroerend goed in Suriname bezaten, wat zij niet hadden gemeld. Het college heeft de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken en de gemaakte kosten teruggevorderd, omdat appellanten de inlichtingenplicht hadden geschonden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de besluiten van het college. De Raad oordeelt dat appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat hun vermogen onder de vrij te laten grens lag, en dat zij niet hebben voldaan aan hun verplichting om het bezit van onroerend goed te melden. De Raad stelt vast dat de waarde van het onroerend goed aanzienlijk was en dat appellanten niet konden aantonen dat zij recht hadden op bijstand. De Raad wijst ook de argumenten van appellanten af dat de terugvordering gematigd had moeten worden, omdat het college verplicht was om de bijstand in te trekken en de kosten terug te vorderen. De uitspraak bevestigt dat de appellanten verantwoordelijk zijn voor het niet melden van hun vermogen, wat leidde tot de intrekking van hun bijstandsuitkering.