In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de intrekking en terugvordering van haar bijstandsuitkering beoordeeld. Eiseres, die sinds 29 september 2008 een bijstandsuitkering ontvangt, heeft in juli 2020 een auto op haar naam gezet, maar dit niet gemeld bij het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Het college heeft haar recht op bijstandsuitkering over de maand juli 2020 ingetrokken en een terugvordering van € 1.156,90 vastgesteld. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft deze ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelt dat eiseres haar inlichtingenplicht heeft geschonden door de aanschaf van de auto niet te melden. Eiseres heeft geen bewijs kunnen leveren dat zij recht had op bijstand in de maand juli 2020, en de rechtbank stelt vast dat het college terecht heeft besloten tot intrekking van de bijstandsuitkering. De rechtbank benadrukt dat het aan het college is om de nodige kennis over relevante feiten te vergaren, maar dat eiseres ook zelf verantwoordelijk is voor het melden van belangrijke informatie. Aangezien eiseres niet heeft aangetoond dat zij recht had op bijstand, wordt haar beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank concludeert dat de intrekking van de bijstandsuitkering en de terugvordering van het te veel ontvangen bedrag rechtmatig zijn. Eiseres heeft geen dringende redenen aangevoerd om van terugvordering af te zien, en de proceskosten worden niet vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.