ECLI:NL:CRVB:2017:392
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing als herplaatsingskandidaat en tijdelijke werkzaamheden in het kader van digitale facturatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 februari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Gelderland. De appellante, werkzaam bij het Kadaster, was aangewezen als herplaatsingskandidaat vanwege boventalligheid in haar functie. De Raad oordeelde dat de aanwijzing als herplaatsingskandidaat op goede gronden berustte, aangezien de raad van bestuur had gesteld dat het anciënniteitsbeginsel en het afspiegelingsbeginsel werden gehanteerd bij het bepalen van de boventalligheidsvolgorde. De appellante had sinds 15 maart 2010 een aanstelling voor onbepaalde tijd, maar door de feitelijke gang van zaken was er geen formatieruimte meer voor haar functie. De Raad oordeelde dat de raad van bestuur niet verplicht was om overleg te voeren met sociale partners in deze specifieke situatie van boventalligheid.
Daarnaast werd het tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden aan de appellante in het kader van het project digitale facturatie beoordeeld. De Raad concludeerde dat deze tijdelijke werkzaamheden redelijkerwijs aan appellante konden worden opgedragen, ondanks haar stelling dat er voldoende werk op de afdeling beschikbaar was. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van appellante ongegrond.