Uitspraak
OVERWEGINGEN
dr. G.H.C. Schardijn genoegzaam vast is komen te staan dat in het geval van appellante aanleiding bestaat om, in aanvulling op de reeds van toepassing geachte beperkingen, ook een beperking van toepassing te achten op beoordelingspunt 1.7. Het Uwv is opgedragen om de medische grondslag van het bestreden besluit in overeenstemming te brengen met het oordeel van deze deskundige en op basis van de aldus bijgestelde grondslag een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
13 oktober 2012 in strijd is met wat de Raad heeft geoordeeld in de uitspraak van
4 september 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:3096. Het Uwv heeft hierin, noch in de nadere onderbouwing naar aanleiding van de tussenuitspraak, reden gezien om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Al om deze reden zal de aangevallen uitspraak worden vernietigd, het beroep gegrond worden verklaard en het bestreden besluit worden vernietigd. In het kader van de beoordeling of de overige rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand kunnen worden gelaten wordt als volgt overwogen.
8 september 2016 volgt dat de door hem nodig geachte beperking op beoordelingspunt 1.7 (handelingstempo) betrekking heeft op het verrichten van fysieke handelingen. De deskundige heeft daarbij toegelicht dat het maken van een beweging vaak extra aandacht vraagt uit het oogpunt van preventie. Bij de aandoening die appellante heeft is er een vergrote kans op vroegtijdige artrose van de gewrichten. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft inzichtelijk en overtuigend beargumenteerd dat in de functies van studentendecaan, arbeidsdeskundige en medewerker klantenservice de mogelijkheid bestaat om handelingen in een vertraagd tempo te verrichten. Appellante kan daarom niet worden gevolgd in haar stelling dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de beperking ten aanzien van beoordelingspunt 1.7 heeft gerelativeerd. Voorts heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep adequaat gereageerd op de door Pols Paardekooper ingebrachte argumenten. Met de aangepaste FML en de genoemde rapporten van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft het Uwv voldoende uitvoering gegeven aan de in de tussenuitspraak gegeven opdracht.
BESLISSING
30 maart 2013;