ECLI:NL:CRVB:2017:2591
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om wraking door de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om wraking van een rechter in een hoger beroep. Verzoekster had hoger beroep ingesteld tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland. Tijdens de procedure heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. C.C.W. Lange, de behandelend rechter. De wrakingsgronden die door verzoekster zijn aangevoerd, zijn echter niet gericht op de persoon van de gewraakte rechter, maar op de Raad als geheel. De Raad oordeelt dat een verzoek om wraking van een rechterlijk college niet valt onder de bepalingen van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeert dat verzoekster misbruik maakt van het wrakingsinstrument, gezien haar eerdere ervaringen met wrakingsverzoeken in vergelijkbare situaties. De Raad wijst het verzoek om wraking af en bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoekster in deze hoger beroepen niet in behandeling wordt genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de rechterlijke onpartijdigheid en de juiste toepassing van het wrakingsmiddel.