Uitspraak
16.3489 PW
OVERWEGINGEN
nietin aansluiting op artikel 475d, vierde lid, van Rv) 10% van de toepasselijke bijstandsnorm moet worden aangehouden. Zou dat principe worden verlaten, dan zou dat er in vele gevallen toe leiden dat in het geheel geen boete meer zou kunnen worden opgelegd of vastgesteld. Een dergelijke verstrekkende consequentie acht de Raad in strijd met de tekst en strekking van artikel 18a van de PW en het Boetebesluit. De Raad acht daarbij van betekenis dat de draagkracht slechts één van de in aanmerking te nemen factoren is die op grond van de evenredigheidstoets tot (verdere) matiging van een vast te stellen boete kunnen leiden, dat daarbij uit een oogpunt van praktische en eenvormige rechtstoepassing enigszins wordt geabstraheerd van individuele situaties en voorts dat appellant het college kan verzoeken een betalingsregeling te treffen, waarbij rekening wordt gehouden met zijn financiële omstandigheden (vergelijk de uitspraak van 16 mei 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1816).