In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep met zaaknummer 13/6872 AWBZ-R. De uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 26 oktober 2016. De Raad heeft vastgesteld dat er een kennelijke fout in de eerdere uitspraak was, waarbij ten onrechte het CIZ was veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 1.000,- aan de appellante. Dit had de Staat der Nederlanden moeten zijn. De Raad heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de voorgestelde rectificatie, maar beide partijen hebben geen reactie gegeven.
De Raad heeft de eerdere uitspraak als volgt gewijzigd: de Centrale Raad van Beroep vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover de rechtsgevolgen van het besluit van 17 juli 2012 in stand zijn gelaten. Tevens verklaart de Raad het beroep tegen het besluit van 14 maart 2014 gegrond en vernietigt dat besluit, voor zover het betrekking heeft op de indicatie voor de functie begeleiding individueel. De Raad bepaalt dat appellante met ingang van 29 augustus 2012 is geïndiceerd voor begeleiding individueel naar klasse 2, tot de ingangsdatum van een door het college van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente op grond van de Wmo 2015 te nemen of genomen besluit. De uitspraak treedt in de plaats van het vernietigde gedeelte van het besluit van 14 maart 2014.
Daarnaast veroordeelt de Raad de Staat tot betaling van de schadevergoeding van € 1.000,- aan appellante, en veroordeelt het CIZ in de proceskosten van appellante in hoger beroep tot een bedrag van € 1.736,-. Ook dient het CIZ het betaalde griffierecht in hoger beroep van € 118,- aan appellante te vergoeden. Deze rectificatie is gedaan door de voorzitter A.J. Schaap en de leden J.P.A. Boersma en L.M. Tobé, in tegenwoordigheid van griffier N. van Rooijen. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 18 januari 2017.