ECLI:NL:CRVB:2016:4163
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor diverse kosten en beoordeling van de noodzaak en bijzondere omstandigheden
In deze zaak gaat het om de afwijzing van bijzondere bijstand voor appellant, die sinds 1997 bijstand ontvangt op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant heeft bijzondere bijstand aangevraagd voor verschillende kosten, waaronder huurachterstand, ziektekosten en andere uitgaven. Het college van burgemeester en wethouders van Almere heeft deze aanvragen afgewezen, met als argument dat appellant kan terugvallen op voorliggende voorzieningen en dat de kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Appellant heeft in hoger beroep zijn situatie uiteengezet, waarbij hij wijst op zijn ernstige lichamelijke en psychische klachten en de uitzichtloze financiële situatie waarin hij verkeert.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de afwijzing van de bijzondere bijstand terecht was. De Raad oordeelt dat de argumenten van appellant niet voldoende zijn om aan te tonen dat er sprake is van zeer dringende redenen die bijstandsverlening rechtvaardigen. De Raad heeft ook het beroep op het vertrouwensbeginsel verworpen, omdat er geen onvoorwaardelijke toezeggingen zijn gedaan door het college. De Raad bevestigt dat de afwijzing van de bijzondere bijstand voor de verschillende kosten terecht is, en dat de situatie van appellant niet leidt tot een recht op bijstand volgens de WWB. De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.