ECLI:NL:RBZWB:2021:2205

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 april 2021
Publicatiedatum
30 april 2021
Zaaknummer
AWB- 19_5957
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing bijzondere bijstand voor medische kosten en computer door Orionis Walcheren

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren. De eiser had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van medicijnen, eigen bijdragen voor medische kosten, de aanschaf van een computer en rechtshulp. Het primaire besluit van Orionis om deze aanvragen af te wijzen, werd door de rechtbank beoordeeld. Orionis had in een later besluit wel bijzondere bijstand voor de aanschaf van een computer toegekend, maar de overige aanvragen werden ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de kosten voor medische zorg en de computer als algemene noodzakelijke kosten van bestaan werden beschouwd, waarvoor geen bijzondere bijstand werd verleend. De rechtbank concludeerde dat de eiser geen bijzondere omstandigheden had aangetoond die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser ongegrond, en oordeelde dat de door Orionis gemaakte afwegingen in lijn waren met de geldende wet- en regelgeving. De uitspraak benadrukt de beoordelingsvrijheid van het bijstandverlenend orgaan en de noodzaak voor de eiser om aan te tonen dat er sprake is van bijzondere omstandigheden om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 19/5957 PW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2021 in de zaak tussen

[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser

en

Het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren (Orionis), verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 17 juli 2019 (primaire besluit) heeft Orionis eisers aanvragen om hem bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet toe te kennen voor de kosten van medicijnen, de eigen bijdrage voor medische kosten, de aanschaf van een computer en de eigen bijdrage voor rechtshulp, afgewezen.
In het besluit van 8 november 2019 (bestreden besluit) heeft Orionis het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Orionis heeft bij besluit van 5 augustus 2020 aan eiser bijzondere bijstand toegekend voor de aanschaf van een computer ter hoogte van € 449,00.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 3 maart 2021.
Hierbij waren aanwezig eiser en mr. N.M. Feijtel namens Orionis.
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak verlengd met zes weken.

Overwegingen

1.
Feiten.
Eiser ontvangt een bijstandsuitkering naar de norm voor een alleenstaande. Op 15 april 2019 heeft eiser door middel van het aanvraagformulier bijzondere bijstand verzocht om hem bijzondere bijstand toe te kennen voor een personal computer met beeldscherm (€ 798,-) en de eigen bijdragen voor medische kosten (€ 17,50 en € 24,34). Met het formulier van 10 mei 2019 heeft eiser verzocht om hem bijzondere bijstand toe te kennen voor medische kosten (€ 10,41). Met het formulier van 15 mei 2019 heeft eiser verzocht om hem bijzondere bijstand toe te kennen voor de kosten van rechtshulp (€ 199,-).
Orionis heeft eiser bijzondere bijstand toegekend voor de kosten van rechtshulp tot een bedrag van € 145,-. De overige aanvragen voor bijzondere bijstand heeft Orionis afgewezen.
2.
Het bestreden besluit.
Orionis stelt zich op het standpunt dat voor medische kosten de ziektekostenverzekering een passende en toereikende voorliggende voorziening is. De kosten van het verplicht eigen risico op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat deze kosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan die een belanghebbende in beginsel vanuit de bijstandsnorm moet voldoen, hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling achteraf, tenzij sprake is van zeer bijzondere omstandigheden. Eiser heeft geen zeer bijzondere omstandigheden naar voren gebracht. Ditzelfde geldt voor de eigen bijdrage voor medicijnen. De kosten van een computer en beeldscherm behoren volgens Orionis tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Eiser kan bovendien gebruik maken van computers in de bibliotheek of bij Orionis.
3.
Beroepsgronden.
Eiser vindt het onbegrijpelijk dat Orionis geen maatwerk levert aan hen die onder de beslag vrije voet leven. Eiser stelt dat hij niet kan reserveren en dat geen enkele overheidsinstantie hem een lening verstrekt. Eiser stelt dat er bijzondere omstandigheden zijn ontstaan als gevolg van het beleid van Orionis. Eiser doet in dat verband een beroep op artikel 18, eerste lid, van de Participatiewet. Verder stelt eiser dat in zijn situatie sprake is van een opeenstapeling van kosten waarvoor Orionis bijzondere bijstand kan verstrekken.
4.
Wettelijk kader.
Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Participatiewet, voor zover van belang, bestaat voor zover een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening die, gezien haar aard en doel, wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn, geen recht op bijstand. Het recht op bijstand strekt zich evenmin uit tot kosten die in de voorliggende voorziening als niet noodzakelijk worden aangemerkt.
Op grond van artikel 16, eerste lid, van de Participatiewet kan het college aan een persoon die geen recht op bijstand heeft, gelet op alle omstandigheden, in afwijking van deze paragraaf, bijstand verlenen indien zeer dringende redenen daartoe noodzaken.
Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Participatiewet stemt het college de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende.
Artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet bepaalt dat, onverminderd paragraaf 2.2, de alleenstaande of het gezin recht heeft op bijzondere bijstand voor zover de alleenstaande of het gezin niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze kosten naar het oordeel van het college niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm, waarbij artikel 31, tweede lid, en artikel 34, tweede lid, van de Participatiewet niet van toepassing zijn.
Op grond van artikel 13, tweede lid, van de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Vlissingen 2015 (Beleidsregels) kan, indien een belanghebbende wordt geconfronteerd met een samenloop van eigen bijdragen en kosten die niet op een andere wijze worden vergoed, met inachtneming van hetgeen in artikel 8 van deze beleidsregels is bepaald, hiervoor bijzondere bijstand worden verstrekt.
5.
Beoordeling.
Griffierecht.
Eiser heeft een verzoek om vrijstelling van het betalen van griffierecht ingediend. In de periode waarin griffierecht was verschuldigd voldeed eiser aan de voorwaarden hiervoor. Aan eiser wordt daarom vrijstelling van de betaling van griffierecht verleend.
Bijzondere bijstand.
Op grond van vaste rechtspraak (zie onder meer: ECLI:NL:CRVB:2017:3778 en ECLI:NL:CRVB:2017:3459) moet bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet eerst beoordeeld worden of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte moet de vraag worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm. Op dit punt heeft het bijstandverlenend orgaan op grond van deze bepaling een zekere beoordelingsvrijheid. De omstandigheid dat de betrokkene al dan niet de mogelijkheid heeft gehad te reserveren voor de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd, is een aspect dat moet worden beoordeeld in het kader van de vraag of de zich voordoende, noodzakelijke kosten, voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.
Ter zitting heeft eiser meegedeeld dat hij zijn beroep met betrekking tot de bijzondere bijstand voor een computer, gelet op het in het procesverloop genoemde besluit van 5 augustus 2020, niet handhaaft. Eiser heeft tevens meegedeeld dat hij geen bezwaren heeft tegen de hoogte van de toegekende bijzondere bijstand voor de kosten van rechtsbijstand.
Medische kosten.
De door eiser gevraagde vergoedingen betreffen de eigen bijdragen voor medische kosten
(€ 24,34 en € 17,50) alsmede de kosten van medicijnen (€ 10,41) die eiser zelf moet betalen.
Eigen bijdragen.
Op grond van vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, zie bijvoorbeeld de uitspraak van 18 december 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:4313, worden de kosten van het verplicht eigen risico ziektekostenverzekering en de eigen bijdrage voor medische kosten niet vergoed omdat deze kosten behoren tot de incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan die een belanghebbende in beginsel uit de bijstandsnorm moet voldoen, hetzij door middel van reservering, hetzij door middel van gespreide betaling achteraf, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.
De door eiser aangevoerde omstandigheden kunnen naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden in de hiervoor bedoelde zin, zodat Orionis de gevraagde bijzondere bijstand mocht weigeren.
Medische kosten.
Voor medische kosten wordt de zorgverzekering als passende en toereikende voorliggende voorziening gezien. Als deze geen vergoeding biedt dan zijn de kosten aan te merken als niet noodzakelijke kosten en als deze wel een vergoeding biedt dan wordt deze vergoeding gezien als passend en toereikend.
Dit betekent dat Orionis de bijzondere bijstand voor de kosten van medicijnen in beginsel mocht weigeren.
Dit is slechts anders indien sprake is van zeer dringende redenen. Blijkens de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 2002-2003, 28870, nr. 3, p.46) moet daarbij vaststaan dat sprake is van een acute noodsituatie en dat de behoeftige omstandigheden waarin de belanghebbende verkeert op geen enkele andere wijze zijn te verhelpen. Van een acute noodsituatie is volgens de rechtspraak (ECLI:NL:CRVB:2016:4163) sprake wanneer een situatie van levensbedreigende aard of waarin het niet behandelen blijvend ernstig letsel van psychische of lichamelijke aard of invaliditeit tot gevolg kan hebben.
Van een dergelijke acute noodsituatie is hier geen sprake.
Evenmin is sprake van een opeenstapeling van kosten als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Beleidsregels. Ter zitting heeft Orionis toegelicht dat volgens het gevoerde beleid op dit artikel een individuele beoordeling plaatsvindt en dat in eisers geval geen sprake is van een opeenstapeling van kosten omdat het slechts gaat om een bedrag van € 10,41. De rechtbank volgt dit standpunt.
6. Het beroep is ongegrond.
7.
Griffierecht en proceskosten.
Orionis heeft hangende beroep bijzondere bijstand toegekend voor de aanschaf van een computer. Omdat eiser is vrijgesteld van het betalen van griffierecht is er geen aanleiding voor vergoeding van het griffierecht. Evenmin is er aanleiding eisers reiskosten te vergoeden omdat bespreking ter zitting op dit onderwerp niet nodig was.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.Z.B. Sterk, rechter, in aanwezigheid van mr. T.B. Both-Attema, griffier, op 29 april 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.